naar hoofdonderdeel gaan

De fysieke verbinding controleren

  1. Controle 1 Staat de printer aan?
  2. Controle 2 Controleer het verbindingstype van de printer die u wilt gebruiken.
  3. Controle 3 Is er communicatie tussen de computer en het toegangspunt mogelijk?

    Controleer de status van de communicatie tussen de computer en het toegangspunt.

  4. Controle 4 Staat het toegangspunt aan?

    Als het toegangspunt een fout aangeeft, zet u het toegangspunt uit en weer aan. Klik op [Vorige] wanneer het toegangspunt opnieuw is opgestart.

  • Als de installatie nog steeds niet kan worden voltooid nadat u de fysieke verbinding van het toegangspunt hebt gecontroleerd, controleert u de instellingen voor het geselecteerde toegangspunt.