naar hoofdonderdeel gaan

De filterfunctie van het toegangspunt controleren

De functie voor MAC-adresfiltering van het toegangspunt controleren

  • Wanneer u de toegangspunten gebruikt, is mogelijk het filteren van MAC-adressen ingeschakeld, waardoor de toegang tot toegangspunten wordt beperkt.

    Raadpleeg de gebruikershandleiding van het toegangspunt en controleer of MAC-adresfiltering is ingesteld voor het toegangspunt.
    Als MAC-adresfiltering is ingeschakeld, wijzigt u de instellingen zodanig dat de printer en de computer met elkaar kunnen communiceren.

    U kunt het MAC-adres van de printer controleren door een testafdruk te maken, waarbij u de gebruikershandleiding van de printer raadpleegt, of door te klikken op [Netwerkinformatie] om het scherm [Netwerkinformatie] weer te geven en hier de waarde voor '(25)AirPort ID' te controleren.

    Wanneer u een printer met USB-interface gebruikt en de netwerkinformatie in [Netwerkinformatie] niet kunt verkrijgen, verbindt u de printer en de computer via een USB-kabel en probeert u de informatie nogmaals te verkrijgen.

De functie voor het blokkeren van communicatie tussen clients controleren

  • Controleer wanneer u de toegangspunten gebruikt of de clients via het toegangspunt met elkaar kunnen communiceren.

    Sommige toegangspunten hebben een functie om de communicatie tussen clients onmogelijk te maken.
    Als deze functie is ingeschakeld, kan het instellen niet worden voltooid.

    Belangrijk

    • De naam van de functie voor het blokkeren van communicatie tussen clients hangt af van het gebruikte toegangspunt.
    • Er zijn ook enkele criteria waarmee communicatie tussen clients kan worden geblokkeerd. Een ervan is het type interface (waarbij communicatie van draadloos naar draadloos of van draadloos naar bedraad niet is toegestaan). Een ander is de communicatiestandaard (waarbij communicatie tussen IEEE802.11a en IEEE802.11g wordt uitgeschakeld).

Belangrijk

  • Als de installatie nog steeds niet kan worden voltooid nadat u de instellingen voor de filterfunctie van het toegangspunt hebt gecontroleerd, controleert u de instellingen voor toegangsbeheer voor de printer.